
Oma rook
Oma woonde in een kamer
hetzelfde als alle andere kamer in het huis
Oma woonde er al jaren
voor Oma was het thuis
Mama haalde oma elke zondag op,
Dan duwde mama de rolstoel helemaal tot in het park
Maar Oma moest op tijd weer terug zijn
want op zondag was er kwark
Oma kon geweldig knuffelen
Oma rook naar alles wat goed was
naar de snoepjes die ze gaf
en naar zijn zusje, plastic, babypoeder en een hintje plas
Naar de rustgevende sigaretten die papa
kocht in de koffie shop
naar de zoete geur van de gele drank
en de slagroom daar weer op.
Oma kon geweldig knuffelen
en rook alleen naar goede dingen
maar al die geuren zijn nu
enkel nog herinneringen.

