
Kracht
Je rende, huppelde met je kinderen
je deed net een galop
rennend, dansend, vrij.
Het verleide mij tot een stop
Ik zag haar staan
aan de overkant van het veld
Je haatte haar
had je mij vertelt.
Haar hakken zakte in het gras
en ik zag haar mooie benen
Het was maar even dat ik er was
maar het beeld is nooit verdwenen.
Haar knuffel aan jou
gaf mij alle kracht
Wat zou ze zeggen
van onze berichtjes elke nacht?
Jouw knuffel aan haar terug
die mij versteld deed staan
gaf mij alle kracht
om jou eindelijk te laten gaan!
Haar hakken zakte dieper in het gras
en ik zag haar mooie benen
het was maar kort dat ik er was
maar het beeld is nooit verdwenen.
.

