Groen

Groen is de zode onder mijn kont.
Ik speel in de weide.
Uitsluitend op mijzelf.
Volgens jou was er geen plaats in de zandbak voor ons beide.

Mintgroen zijn de muiltjes, die ik draag naar het bal
Ik dans op mijn allereerste feest, in de brugklas.
Uitsluitend met mijzelf.
Zij vonden dat ik geen goede danser was.

Groen is de jade op mijn hals.
Groen aan een ketting van goud.
Zij draagt de japon die ik wil.
Vandaag is zij met jou getrouwd.

Groen is mijn jeugd
Het kleine kind dat de ouderdom tart
Uitsluitend alleen.
Groen is mijn nieuwe zwart.