
Jij (2)
Jij bent de geur van vervaalde bladeren
waarnaar ik verlang als het leven bloeit.
Jij bent die zachte klik in de deur als ik weg ga
en het doekje dat opruimt als ik heb geknoeid.
Jij bent de adem die ik neem
terwijl ik kijk over een verlaten strand.
Jij bent de reserve band onder de auto
en een blusser in geval van brand.
Jij bent het kaarslicht
als ik thuis kom in een donkere nacht.
De zeep die mijn kleding reinigt
en het poeder dat mijn was verzacht.
Je bent echter geen elektriciteit
niet het geluid van krakende sneeuw
Je bent geen vlammende passie
geen tijger en geen leeuw
Je bent niet mijn lievelingslied
en geen feestgedruis
maar je bent veilig
en mijn thuis.

