
De rozenstruik
Ik ben een wilde roos
kom dicht bij mij staan
en ruik mijn zoete geur
maar kan jij mijn doornen aan?
Ik ben een wilde rozenstruik
met rozenblaadjes, o zo zacht
maar ook mijn doornen prikken jou
tja, wie het laatste lacht…..
Ik ben passie, ik ben fel,
ik ben mooi en zacht.
Ik ben scherp en snijdend.
Wie had dacht gedacht?
Ik ben een wilde rozenstruik,
maar eenzaam in het veld.
Hij die mijn doornen weestaat,
die tuinman is mijn held.
Ik ben die zoete wilde roos
mijn doornen doen soms snijdend pijn.
Maar voor het onkruid mij te veel wordt,
wil jij mijn tuinman zijn?
Ik ben die zoete wilde roos
mijn doornen doen ook mij soms pijn.
Wil jij me helpen snoeien?
Wil jij mijn tuinman zijn?

