Verhalen

De brug

De wind was ijzig en sneed door lagen kleding heen. Ze keek over de rivier die nu nog snel stroomde voordat hij  dicht zou vriezen en dat zou nu niet lang meer duren. Mensen liepen achter Suus langs, zonder haar een blik te gunnen. Ze zocht naar zijn felle priemende blauwe ogen en zijn warme glimlach. Hij moest er zijn op dat kleine vissersbootje in de rivier, maar ze zag hem niet. De duisternis in haar groeide verder en verder. In haar binnenste was het net zo koud als de wind op haar wangen en niemand die het iets kon schelen. Ze wist niet hoelang ze daar op de brug stond te wachten toen ze over de reling stapte. Ze draaide zich om en liet zich achteruit naar beneden vallen, haar vrijheid te gemoed. Ze viel, en viel en viel. Het leek haar dat tijd trager ging als of iemand haar leven in slow motion zette.
Net op het moment dat haar hoofd de steen raakte die verstopt was onder het wateroppervlakte opende ze haar ogen.

Het was een droom. Gister stond ze op die brug, maar toen schonk Jasper haar die glimlach.

Gepubliceerd voor de verhalenwedstrijd van Sweek. 



Laat een antwoord achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

%d bloggers liken dit: