
Blootvoets
Ik liep blootvoets over de onverharde weg.
Ik was op weg naar hem.
Ik dacht aan zijn ogen en zijn lach.
Ik dacht aan zijn mannelijke stem.
Ik liep blootvoets over de onverharde weg.
Ik was op weg naar onze geheime plaats,
daar waar we elkaar hadden gezien,
voor het eerst en voor het laatst.
Ik stond blootvoets te genieten van de zon.
Ik rustte even bij een geknotte boom.
Ik dacht aan die eerste zomerse date,
wij samen in het gras, lui en loom.
Ik stond blootvoets te genieten van de natuur.
Ik keek naar het koren en het gras.
Ik kon mij niet herinneren,
wanneer ik ooit zo gelukkig was.
Ik plukte een madeliefje.
Ik dacht aan onze liefde zo diep en waar.
Ik huppelde blootvoets naar hem toe
met een bloempje in mijn haar.

