
Bitter
Je bent net als de winter voor mij nu,
bevroren en bitter.
Mijn hart wordt steeds kouder
mijn haren steeds witter
Verpakt in lagen van onbekende
stoffen en geuren.
De eerste ontmoeting
moet ik betreuren
Ver is de zomer
met de verzengende hitte
mijn haar was nog blond
en zonder de klitten.
De korrels van zand
voel ik nog steeds tussen mijn tenen
Ook al geeft het mij blaren
en moet ik steeds wenen.
Ik was nog heel jong
en zag overal glitter.
Nu ben ik oud
en smaakt het leven heel bitter.
Een waterig zonnetje
komt mij een beetje hoop en liefde geven.
Ik hou nog even vast aan de pijn,
maar glimlach heel even
want ik weet heel spoedig
ga ik weer leven.
Na de zomer
zijn nu ook de herfststormen voorbij.
Na een eenzame winter komt in de lente
het geluk ook vast weer voor mij.

