Alien
Op een droge plek in het natte gras,
staar ik naar de donkere lucht en de nieuwe maan.
Met een diepe zucht, kijk ik
naar de sterren die knipperen
alsof ze komen en weer gaan.
Er zijn daar honderdduizenden planeten,
nog nooit ontdekt en door geen mens gezien.
Er leven daar denkende wezens die van onswel weten,
heel misschien.
Daar op die andere planeet kijkt
hij naar ruimteschepen die komen en weer gaan.
Door zijn High-tech ruimte dinges stang
kijkt hij langs onze maan. Vol mededogen
ziet hij zelfs de traan
uit mijn ogen op mijn wang.
Hij ziet mij op het natte gras
Hij wilde dat hij bij mij was.
Hij leeft te kort, bereikt mij niet.
En toch voel ik mij beter omdat iemand mij ziet.

